Soms is een boot beter dan een brug

Soms is een boot beter dan een brug, welke routes zijn er om op een bestemming te komen? Hoe zitten vervolgopleidingen in elkaar?

Als jouw kind een diploma haalt op de middelbare school dan is dat in het Nederlandse onderwijsstelsel om daarna een beroepsopleiding te gaan doen. Daar valt veel over te zeggen, maar 1 ding staat voorop: er valt genoeg door te stromen en op en af te stromen.

Voor ouders wordt het soms een doolhof waar ze als een blinde hun kind door willen leiden. Bij deze een overzicht en de meest belangrijke kenmerken per route.

Na het behalen van een diploma vmbo basis of kader mag je naar het mbo. Daar zijn de opleidingen vooral praktisch. Leren door te doen. Veel leerlingen vinden dan ook fijn en hebben om die reden vmbo gekozen. Mbo is een logisch vervolg voor hen.

Het mbo kent 4 niveau’s. Elk niveau heeft een andere zelfstandigheid en dosis werken met praktijk. Zo is er de entree opleiding waarin studenten in kleinere groepen veel aansturing krijgen. Taken die worden gegeven zijn heel praktisch en gelijk uit te voeren.

Niveau 2 vraagt meer zelfstandigheid om de taken uit te voeren. Wel is er altijd iemand anders op de werkvloer die eindverantwoordelijk is. Vaak zijn er meerdere korte taken of is er één lange taak die gedaan moet worden.

Niveau 3 is zelfstandig maar er zal altijd iemand zijn die vragen kan beantwoorden. Vaak worden er ook meerdere taken bij elkaar gegeven en kan de student zelf de volgorde bepalen van de taken.

Niveau 4 is zelfstandig en met veel eigen verantwoordelijk. Op de werkvloer zijn dit de mensen die zelf aan de slag gaan met hun taken en soms ook anderen taken mogen geven.

Mbo kent 2 manieren van onderwijs geven. BOL en BBL. Bij BOL ( de beroepsopleidende leerweg) zit de student veel op school en heeft 1 dag per week stage of periodes van stage. BBL wil zeggen dat de student een werkplek heeft en 1 dag per week naar school komt om theorie en vaardigheden te leren. Het zelf vinden van een werkplek is daarbij verplicht.

Leerlingen van mavo (gemengde leerweg en theoretische leerweg) gaan dus ook naar mbo opleidingen. Wel gaan zij vaak naar niveau 3 of 4 opleidingen. Leerlingen die basis of kader hebben gedaan gaan meestal naar niveau 2 en soms naar niveau 3.

Vanuit havo gaan ook leerlingen naar mbo. Al vanaf havo 4 zijn leerlingen toelaatbaar. Het mbo is dan ook een route die veel wordt gekozen door havisten die liever praktisch leren.

De meeste havisten gaan naar het hbo. Dat staat voor hoger beroepsonderwijs. Hbo duurt in Nederland 4 jaar en kun je omschrijven als veel doen met denken en denken over het doen.

Een hbo opleiding in Nederland duurt 4 jaar. Het eerste jaar noem je de propedeuse. Heel de opleiding sluit je af met een diploma genaamd bachelor. In een hbo opleiding zit altijd een stage. Daarin zit dus opnieuw veel doen.

Sinds een paar jaar is er een bijzonder opleidingsvorm in Nederland. De associate degree. Deze opleiding zit tussen het mbo en hbo in. Voor mbo studenten die nog een stukje meer theorie willen of voor havisten die hbo nog teveel vinden is dit een tussenvorm. Een AD duurt 2 jaar en het diploma is geldig op de arbeidsmarkt. Maar, wat velen doen, je kunt ook doorstromen naar een hbo studie in dezelfde richting. Daar mag je dan stukken overslaan.

Vwo leerlingen kunnen kiezen of zij naar het hbo gaan of naar het wo. Dat betekent wetenschappelijk onderwijs. Belangrijkste kenmerk van wo is dat het theoretisch is. Vooral denken dus in vergelijking met de andere opleidingsvormen. Wo begint ook met een bachelor. Deze duurt 3 jaar en is eigenlijk de basisopleiding van het denken over een onderwerp. Daarna begint de master die 1 of 2 jaar kan duren. Studenten gaan tijdens een master nieuwe theorie bedenken of bestaande theorie verder ontwikkelen.

Zoals je leest, veel routes. Bij iedereen past een eigen route. Studiekeuze gaat dus niet alleen om wat je leuk vindt, waar je goed in bent. Het gaat ook over wat jij nodig hebt. Welke manier van leren bij je past.

Er zijn opleidingen die zich mbo plus of hbo plus noemen. Of praktisch wetenschappelijk. Bij het kiezen van een studie is het goed dan te vragen wat daarmee bedoeld wordt. Is het dus een moeilijke opleiding of is er meer theorie in vergelijking met anderen?

Natuurlijk zijn er ook andere doorstroom routes. Die binnen het voortgezet onderwijs. Via mavo naar havo en via havo naar vwo. De meeste schooldecanen kennen de doorstroomroutes binnen hun school en kunnen vertellen hoe die georganiseerd zijn. Ik verwijs je graag naar hen voor meer informatie.

Je maakt per dag meer dan 30.000 keuzes waar je niet over nadenkt.

studiekeuze coach Roosendaal

Keuzes op belangrijke momenten, zoals een studiekeuze of loopbaankeuze wil je niet onbewust, maar juist BEWUST maken.

Nieuwsgierig hoe ik je help om bewust te kiezen?